met mosselburger
VOEDSELVERNIEUWERS
Meer dan 80 bedrijven hebben met succes deelgenomen
aan het programma. Deelnemers zijn o.a. actief in de land-
en tuinbouw, de voedselverwerkende industrie, data- en technologiebedrijven en (logistieke) dienstverleners.
Per regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) lees je hier één van de succesverhalen van deelgenomen ondernemers. Laat je inspireren door de verhalen van onze voedselvernieuwers!
looop.company

Petfood en petcare
‘Aardappelsnijresten uit frietfabrieken werden voorheen vaak in veevoer verwerkt. Wij maken er nu een product van voor petfood. De rauwe aardappelresten drogen we en verwerken we tot ingrediënt voor hondenvoer. Daarvoor is een nieuwe fabriek gebouwd in Ysselsteyn, waar jaarlijks tweeduizend vrachtwagens met aardappelsnijresten worden verwerkt.’
Via BIPF is Vermeer zich ook gaan verdiepen in de petcare-markt. Met als resultaat dat Looop nu 100 procent circulaire kattenbakkorrels produceert gemaakt van onder andere graanresten, die inmiddels in meer dan 70 winkels liggen.
BIPF: sneller tot de kern komen
De trainingen tijdens het BIPF hebben Vermeer ‘op scherp gezet’, waardoor ze bij de ontwikkeling van het nieuwe product sneller tot de kern kwam. ‘Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen bij je leveranciers en afnemers om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen. Ik heb geleerd dat je zelf niet te veel aannames moet doen, maar je stakeholders moet vragen waar ze behoefte aan hebben. Zo toets je of er een levensvatbaar businessmodel in zit.’
Ook het doornemen van de verschillende productmodellen voor verschillende reststromen, heeft Vermeer veel inzichten opgeleverd. ‘Die kennis gebruik ik nu bij de ontwikkeling van nieuwe toepassingen van plantaardige reststromen.’
'Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen.'

Het bedrijf Looop in Venlo verwerkt zo jaarlijks 1,5 miljard kilo
rest- en afvalstromen in Noordwest Europa tot opnieuw bruikbare ingrediënten. ‘We zijn continu op zoek naar nieuwe manieren om reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie op te waarderen’, zegt Kelly Vermeer, manager Strategic Business Development bij Looop.
Looop is van oudsher een transportbedrijf, sinds vijfendertig jaar houdt het zich ook bezig met de ‘verwaarding’ van reststromen afkomstig van voedingsmiddelenbedrijven. Denk aan aardappelschillen, wei afkomstig van kaasmakers en groente- en fruitreststromen, waar onder meer petfood, veevoer, insectensubstraat of biobased materialen van worden gemaakt.
Business Innovation Program Food
Looop ontwikkelt zelf producten en werkt mee aan innovatieve projecten om nieuwe technologieën voor het bewerken van reststromen te ontwikkelen. Op zoek naar nieuwe toepassingen voor organische reststromen nam Vermeer zo’n vijf jaar geleden deel aan het Business Innovation Program Food (BIPF). ‘Het is een leerzaam programma met begeleiders, die goede trainingen geven en kritische en prikkelende vragen stellen.’
Snijresten uit aardappelverwerkende bedrijven verwerkt het Limburgse bedrijf Looop tot zetmeelingrediënt, dat wordt gebruikt om hondenbrokjes te maken. ‘Bij een circulair businessmodel moet je altijd twee kanten opkijken, die van je leveranciers van de reststromen en die van de afnemers aan wie je een product levert.’
tekst: Francien van Zetten

Eigen voer ontwikkeld
Leenders ontwikkelt zelf kippenvoer, dat bestaat uit biologisch geteelde kruiden, wortels, bieten en andere groenten. De groenten zijn te klein of anders gevormd, waardoor ze worden afgekeurd voor de winkelverkoop. Dit ‘kringloopvoer’ bevat lokaal geproduceerde eiwitten en geen soja. ‘Daardoor hebben we een lagere CO2-footprint en gaan we verspilling van voedsel tegen.’
Beter Leven Keurmerk
In 2017 voldoet het kippenbedrijf al drie jaar aan de Eerste ster van het Beter Leven als Leenders denkt dat het nog duurzamer kan. Hij experimenteert met het fokken van kippen en met verschillende soorten voer. Diverse horecachefs bereiden en proeven het vlees. Na anderhalf jaar is de Oranjehoen een feit. Leenders: ‘Onze kippen leven langer, 56 dagen in plaats van 35 dagen, waardoor ze meer tijd hebben om te groeien.’ De kippenhouderij is energieneutraal en de kippen krijgen geen antibiotica.
Startende en prutsende pioniers
Leenders is blij dat hij het BIPF heeft gevolgd. ‘Zonder het BIPF waren we er ook wel gekomen, maar dit geeft meer zekerheid dat we op de goede weg zijn. De begeleiding was best streng, maar dat is goed. Met zo’n stelletje startende en prutsende pioniers, zoals ikzelf, bij elkaar is dat nodig. Anders gaan ze allemaal dingen doen die ze zelf belangrijk vinden. Nu konden we van elkaar leren.’
De aanpak van BIPF zorgt ervoor dat de innovatieve kippenhouder zijn businessplan ‘hier en daar heeft bijgeschaafd’. Hij gaat ook planmatiger te werk: ‘We hadden al een paar klanten, maar zetten nu elke twee maanden weer een stap volgens het businessplan.’
Compleet concept
Oranjehoen werkt inmiddels samen met twee boeren, die het complete concept overnemen. ‘Daar zijn we hartstikke blij mee, maar dat geeft ook extra verantwoordelijkheid. Wij produceren bijvoorbeeld het voer voor hun kippen’, zegt Leenders. ‘Door BIPF weten we dat we op de goede weg zijn. Dat geeft een steuntje in de rug.’
‘Zonder het BIPF waren we er ook wel gekomen, maar dit geeft meer zekerheid dat we op de goede weg zijn.'

Business Innovation Program Food
Het kippenvlees wordt geleverd aan horecabedrijven en via organisaties, zoals Hello Fresh, Crisp, Grutto en Zorgnatuur, aan particulieren. Het bedrijf groeit sneller dan verwacht. ‘Dat maakt je onderneming steeds serieuzer en risicovoller.’
Het Business Program Food (BIPF) komt via een Horizon Flevoland adviseur eind 2020 op een goed moment voor Leenders, die Bedrijfskunde en Agribusiness heeft gestudeerd. ‘We hadden al een aantal hordes genomen, maar het is goed opnieuw en kritisch naar je businessplan te kijken. Een sleutelstakeholder blijkt bijvoorbeeld cruciaal.’
Zo’n 35.000 Oranjehoenen scharrelen rond op het akkerbouw- en kippenbedrijf dat Johan Leenders en zijn moeder Annelien Leenders runnen. Leenders: ‘We werken zo duurzaamheid en circulair mogelijk. De kippen worden rijk gevoerd, waardoor hun vlees malser en smakelijker is. ‘Daardoor kunnen we een goede, eerlijke prijs vragen.’
tekst: Francien van Zetten
Hoe kunnen we een zo gezond en duurzaam mogelijk kippenras kweken, dat zich onderscheidt qua smaak van vlees? Johan Leenders voegt op het familiebedrijf in de Flevopolder verschillende akkerbouwproducten toe aan het kippenvoer. Bieten en wortels lusten de kippen graag, dat levert mals en licht oranjegekleurd kippenvlees op. ‘Het Business Innovation Program Food gaf ons een steuntje in de rug.’
Business Innovation Program Food
De eerste mosselburgers komen in 2022 op de markt. Van den Bosch mikt op de horeca. ‘Je ontwikkelt een product en brengt het op de markt in de hoop dat iemand het koopt. Achteraf gezien en met de kennis van het Business Innovation Program Food had ik heel wat deugdelijker marktonderzoek moeten doen. Het programma heeft me geleerd op een zakelijker manier naar de markt te kijken. Je hebt een ideologie, maar wil uiteindelijk ook geld verdienen.’
Via Impuls Zeeland neemt Van den Bosch in 2023 deel aan BIPF. Via het programma en de klantinterviews met zijn afnemers, ontdekt hij dat duurzaamheid bij de horeca nauwelijks een rol speelt. ‘Ze willen een lekker, makkelijk te bereiden en betaalbaar product. Daarom heb ik mijn mediastrategie gewijzigd: van gezond en duurzaam zetten we nu in op Lekker uit de zee.’
Seabased assortiment
Deelname aan BIPF kost veel tijd, maar dat is het dubbel en dwars waard, constateert Van den Bosch. De module Partnermanagement noemt hij waardevol, net als de praktijkgerichte ‘hands-on’ begeleiding en de uitbreiding van zijn netwerk. ‘Iedere start-up komt tijd, geld en handen tekort, dan is het fijn als je veel kennis en ervaringen kunt delen met andere start-ups.’
Om in de toekomst harder te kunnen groeien is hij op zoek naar een partner. ‘Ik heb een volwaardig seabased assortiment producten met vis, zeekraal en oesters voor de foodservice ontwikkeld.’
‘Iedere start-up komt tijd, geld en handen tekort, dan is het fijn als je veel kennis en ervaringen kunt delen met andere start-ups.’

Alternatief bedenken
Op zoek naar duurzame oplossingen, doet Van den Bosch onderzoek naar duurzame voedingsmiddelen. Hij komt uit bij vis en schaal- en schelpdieren. ‘Naast vlees en plantaardige producten heb ik seabased producten bedacht, bijvoorbeeld in de vorm van een hamburger, die makkelijk te bereiden is. Bovendien zijn mosselen duurzaam en eiwitrijk.’
De mosselburger ontwikkelt Van den Bosch samen met horecachefs en voedingstechnologen. ‘Wij gebruiken de ondermaatse mosselen, die niet geschikt zijn voor de horeca of de detailhandel, waardoor er nauwelijks CO2-uitstoot is.’
Als cultureel ondernemer draagt Rem van den Bosch jarenlang de boodschap uit dat we goed moeten zorgen voor de wereld. In zijn jonge jaren komt hij in Noord-Amerika in aanraking met de Iroquois Indianen en het Zeven Generaties Principe. ‘Dat betekent dat je als mens, bedrijf en overheid bij alle dingen die je doet, nadenkt over de gevolgen voor de zeven generaties na jou.’
tekst: Francien van Zetten
Kunstenaar en foodondernemer Rem van den Bosch uit Ellewoutsdijk in Zeeland introduceert de mosselburger als gezond en duurzaam product bij horecabedrijven. Zijn belangrijkste drijfveer is CO2-reductie. Deelname aan het Business Innovation Program Food (BIPF) zorgt ervoor dat hij zijn strategie wijzigt: ‘Beslissers in de horeca willen vooral een lekker en makkelijk te bereiden product.’
met mosselburger

RESPECTfarms.com
Biopt van koe in bioreactor
Kweekvlees komt voort uit biopten die pijnloos worden genomen van koeien. In een bioreactor worden deze cellen gekweekt tot dierlijke eiwitten en vlees. Arts en onderzoeker Willem van Eelen ziet in de jaren tachtig al de mogelijkheden van kweekvleestechnologie.
Van Eelen beredeneert dat er met de groei van de wereldbevolking en huidige manier van vleesproductie minstens vier planeten nodig zijn om plaats te bieden aan alle mensen, dieren en het verbouwen van hun voedsel.
Van RESPECTfarm naar RESPECTfarms
Het idee was om met RESPECTfarm een kweekvleesboerderij te bouwen en te laten draaien. Door gesprekken met boeren en deskundigen tijdens het BIPF komt Ralf tot het inzicht, dat het veel efficiënter is boeren te helpen met het omvormen van hun huidige bedrijf in een cultivated meat farm. ‘Vandaar dat we de naam hebben veranderd in RESPECTfarms, die ene s maakt een groot verschil.’
De structuur die BIPF biedt, helpt Becks ook om zijn bedrijf stap voor stap te ontwikkelen. ‘Als innovatie-adviseur weet ik natuurlijk wel wat van businessmodellen, maar het is goed om steeds uitgedaagd te worden door de begeleiders van BIPF. Zo’n aanpak vertaalt zich uiteindelijk in een concrete roadmap voor verdere groei van je onderneming.’
Vertrouwen in businesscase
RESPECTfarms heeft begin 2024 een haalbaarheidsstudie afgerond, waaruit blijkt dat toekomstige klanten (boeren), stakeholders en investeerders vertrouwen hebben in een technische haalbare en rendabele businesscase. ‘Ons doel is de komende vier jaar de eerste proefboerderij voor kweekvlees te realiseren. Daarover zijn we in gesprek met verschillende boeren.’
'Zo’n aanpak vertaalt zich uiteindelijk in een concrete roadmap voor verdere groei van je onderneming.’

Als innovatie-adviseur bij een boerencoöperatie komt Ralf Becks in contact met celgebaseerde technologie. Het onderwerp kweekvlees blijkt voor de boerencoöperatie te controversieel, die haakt af. Becks gaat door: ‘Het lijkt mij een goed idee, dat veel beter is voor de wereld, dan de huidige manier van vlees produceren.’
Business Innovation Program Food
De provincie Zuid-Holland stimuleert de eiwittransitie door het stimuleren van het kweken van gecultiveerde dierlijke eiwitten en op fermentatie gebaseerde eiwitten. Via InnovationQuarter start Ralf Becks in oktober 2021 met het Business Innovation Program Food (BIPF).
‘Ik zocht een community van ondernemers en wilde met meer structuur de onderneming opbouwen. Dat is gelukt, dankzij BIPF. Met name de klantvalidatie, waarbij we werden uitgenodigd veel met klanten te gaan praten heeft goed gewerkt. Dat is de beste manier om het risico uit je onderneming te halen.’
tekst: Francien van Zetten
Met minder koeien meer vlees produceren is mogelijk met kweekvleestechnologie, daarvan is Ralf Becks van RESPECTfarms overtuigd. Hij heeft een businessmodel ontwikkeld, waarbij gangbare boerderijen worden omgebouwd tot kweekvleesbedrijven. ‘Vleesproductie met een lage voetafdruk en een verdienmodel voor de boer, dat is op termijn technisch en praktisch haalbaar.’
Adviesbureau ontwikkelt product
Business developers van LIOF tippen COMPUTD over het BIPF. ‘Onze deelname in 2021 heeft ons enorm geholpen. Bijvoorbeeld bij het marktonderzoek en het bepalen van de hoogte van de licentiekosten’, vertelt Schaap. ‘We zijn van oorsprong AI- en Data Science-consultants en hebben nu het businessplan voor ons eerste product van A tot Z kunnen opbouwen en steeds beter kunnen maken.’
De verschillende modules van BIPF hebben volgens Pieter regelmatig tot verrassende inzichten geleid. ‘Uit de klantgesprekken met de bakkers bleek bijvoorbeeld dat hun drijfveer niet direct het tegengaan van voedselverspilling is, maar meer het economische aspect van de efficiëntere bedrijfsvoering. Zeker als beginnend ondernemer heb je een doel voor ogen, maar vraag je je af waar je moet beginnen. Het BIPF helpt met een heldere en grondige aanpak.’
Flinke impact
Het techbedrijf heeft het programma samen met een aantal bakkers doorontwikkeld en verwacht eind 2024 de eerste testversie te lanceren. ‘We verwachten een flinke impact te kunnen realiseren. We denken ook aan toepassingen voor andere bedrijven die met verse producten werken, bijvoorbeeld bloemisten en visboeren.’
'Zeker als beginnend ondernemer heb je een doel voor ogen, maar vraag je je af waar je moet beginnen. Het BIPF helpt met een heldere en grondige aanpak.’

BIPF: interessante ontdekkingsreis
COMPUTD gaat in 2022 aan de slag met de ontwikkeling van een AI-voorspellingsprogramma voor bakkers. Het begint met het verzamelen van alle kassagegevens. Daar worden andere data, zoals het weerbericht aan toegevoegd. ‘Onze programma’s kunnen nu, na twee jaar ontwikkelen, beter voorspellen dan de bakker. En ook nog eens en twee tot drie maanden vooruit’, verklaart Schaap. ‘Zonder deelname aan het Business Innovation Program Food hadden we dit eigen product niet ontwikkeld. Het begon met een idee, een slogan, die we stap voor stap hebben uitgewerkt tot een businessplan. Dat is een interessante ontdekkingsreis geweest.’
Dat kunstmatige intelligentie (artificial intelligence) elk bedrijf en elke bedrijfstak beter en efficiënter kan maken, daar zijn ze bij COMPUTD in Geleen van overtuigd. Het toepassen van artificial intelligence, kortweg AI, is een echte game-changer, benadrukt Pieter Schaap, managing partner bij COMPUTD. ‘Grote bedrijven zijn bezig om met AI hun werkwijze te verbeteren, maar veel kleinere bedrijven doen er niets mee. Terwijl bijvoorbeeld de bakker om de hoek op basis van AI-voorspellingen veel minder brood zou overhouden.’
COMPUTD is een jong techbedrijf gespecialiseerd in AI-consultancy. Een dienstverlener pur sang. Totdat het idee ontstaat om de daad bij het woord te voegen als vervolg op de pitch ‘zelfs de bakker om de hoek kan AI gebruiken’. Het voorkomen van voedselverspilling door een efficiëntere bedrijfsvoering is de drijfveer. ‘Zonder het Business Innovation Program Food hadden we dit eigen product niet ontwikkeld.’
tekst: Francien van Zetten
Internationaal profileren
Wafilin realiseerde dat er ook buiten Nederland kansen lagen, maar internationaliseren gaat niet vanzelf. Hoe bereik je nieuwe markten en identificeer je je klanten? Daarom nam het bedrijf in 2022 deel aan het BIPF. Dit programma hielp hen om helder te krijgen wat klanten écht willen, nog voordat ze oplossingen aanbieden. “Tijdens het BIPF hebben we geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil,” zegt Jos.
Met een concreet internationaliseringsplan richt Wafilin zich nu op Groot-Brittannië, waar grote verduurzamingskansen liggen in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie. Wafilin breidt zijn activiteiten daar verder uit, terwijl ook andere West-Europese landen in het vizier blijven.
'Tijdens het BIPF hebben we geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil.'

Volgens Jos van Dalfsen, Business Development Director bij Wafilin, was de verhuizing naar een groter pand een belangrijke stap om de groeiambities van het bedrijf te ondersteunen. "We hebben onze werkplek zo ingericht dat iedereen zich thuis voelt en we klaar zijn voor verdere groei."
Wafilin ontwikkelt membraanfiltratiesystemen voor de zuivel- en voedingsindustrie, met als doel water te hergebruiken, energie te besparen en reststromen te verwaarden. Door samenwerkingen met bedrijven als Royal AVEBE, Cosun, Royal A-ware en FrieslandCampina, heeft Wafilin zich stevig op de kaart gezet in zowel Nederland als daarbuiten.
Het Business Innovation Program Food (BIPF) hielp Wafilin zich scherper te profileren op de internationale markt. De Friese membraanfiltratiespecialist, verkozen tot Friese onderneming van het jaar 2024, plukt hier de vruchten van, vooral in Groot-Brittannië.
klanten willen

Business Innovation Program Food
De PantryFarm-tak moet het bedrijf stabieler maken, benadrukt Lagerweij. Via Oost NL krijgt de startende ondernemer begin dit jaar de mogelijkheid deel te nemen aan BIPF. De verschillende modules waaruit het programma is opgebouwd geven Lagerweij houvast en leveren veel inzichten op. ‘Ik was zoekende naar een manier om een professionele slag te maken. Je hebt een bepaald idee en ambitie, maar je hebt nog nooit van scratch af een bedrijf opgezet.’
Op een gegeven moment had Lagerweij het idee dat Pantry groter werd dan hijzelf: ‘Ik dacht: hoe ga ik dit managen. Door het model van consistente groei, weet ik nu hoe ik het bedrijf organisch en duurzaam in balans kan laten groeien.’
Zelfverzekerder ondernemer
Als creatieve enthousiasteling wil Lagerweij te veel dingen tegelijk doen. ‘Ik weet nu waar ik op moet focussen. Zo omzeil ik mijn eigen valkuilen. We waren al ver met de ontwikkeling van ons product, toen de vraag kwam om er een regionale keten van te maken. Daar schoot ik van in de stress. Dan moet je je ook meer met organisatie en financiën bezig gaan houden. Waar moet je dan als eerste aandacht aan besteden?’
De jonge ondernemer is vol lof over de begeleiders van BIPF: ‘Ze zijn to the point, je wordt kritisch bevraagd en er is genoeg ruimte om met de andere deelnemers te sparren. Ik ben nu een zelfverzekerder ondernemer met een duidelijke stip op de horizon.’
‘Ze zijn to the point, je wordt kritisch bevraagd en er is genoeg ruimte om met de andere deelnemers te sparren.'

Eerste Pantry
De eerste Pantry wordt in oktober 2021 in Wilp geopend. Het is een tiny shop van 3 bij 7 meter. Boeren en andere lokale producenten zetten hun producten in de winkel. Klanten kunnen via de Pantry App het assortiment bekijken, krijgen ermee toegang tot de winkel en betalen er ook hun boodschappen mee. De buurtwinkel gaat van start met zes leveranciers, medio 2024 zijn er zo’n dertig bedrijven, die producten leveren in een straal van 10 kilometer rond het dorp.
Nieuwe vraag: PantryFarm
Door het succes van de onbemande buurtwinkel komt Lagerweij in contact met een boer, die hem vraagt het pantry.nl-concept uit te werken voor zijn boerderijwinkel. Deze winkel is alleen op zaterdag vier uur geopend door tijdgebrek. ‘De PantryFarm is nu in een hybride vorm geopend. Naast de bemande vier uur, is de winkel ook zeven dagen per week van acht uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds geopend’, meldt Lagerweij enthousiast. ‘De omzet is in de eerste maand significant gestegen, zonder marketing.’
Productontwerper Lukas Lagerweij baalt van het vertrek van op één na alle middenstanders uit zijn woonplaats Wilp. Hij gaat in 2019 aan de slag met het idee voor een kleinschalige, onbemande buurtwinkel. Het doel: lokaal geproduceerd voedsel voor een grotere groep mensen toegankelijk maken.
Voor Lukas Lagerweij komt het Business Innovation Program Food (BIPF) begin 2024 precies op tijd: hij wil zijn jonge bedrijf Pantry.nl professionaliseren. De eerste kleine, onbemande winkel met streekproducten in zijn woonplaats Wilp draait goed, nu vraagt een agrariër dat bedrijfsplan uit te werken voor een onbemande winkel bij zijn boerderij. ‘Als creatieveling ga ik alle kanten op, dankzij BIPF weet ik waar ik de focus op moet leggen.’
tekst: Francien van Zetten
voor onbemande boerderijwinkel

Business Innovation Program Food
Via ROM Utrecht Region neemt Carla deel aan het Business Innovation Program Food (BIPF). De gemeente Rotterdam vraagt om een businessplan voor de Voedselhub. ‘Dankzij het programma kom je los van de dagelijkse beslommeringen en neem je de tijd om kritisch naar je eigen missie en visie te kijken. Dat heeft tot heel veel nieuwe inzichten geleid. Vooral door goed te kijken naar wat het doel is van onze stichting en wie onze klant is. Daarbij kwamen we bij de gemeente uit, daar moeten we beginnen. Dat heeft geholpen om onze businesscase optimaal te formuleren.’
Duurzaamheid en armoedebeleid
‘Mensen met een kleine portemonnee of een beperking zijn vaak niet in staat een gezonde maaltijd te maken. Ze hebben meestal ook weinig sociale contacten. Samen eten helpt om deze mensen uit hun isolement te halen’, zegt Carla. ‘Met onze activiteiten helpen we gemeenten met het bevorderen van duurzaamheid en het invulling geven aan hun armoedebeleid.’
VoedselSurplus inventariseert welke bedrijven in een gemeente overschotten hebben en welke sociale horeca hier behoefte aan heeft. ‘Er was veel aanbod en een sociaal eet-initiatief koppelen aan één supermarkt bleek in de praktijk best een kwetsbare constructie. Vandaar dat we een distributiecentrum nodig hebben.’
Kritisch bevraagd
Zo’n Voedselhub opzetten is een nieuwe stap voor VoedselSurplus. ‘Ook andere steden hebben er behoefte aan, zoals Nijmegen. Daar zijn naast supermarkten ook stadstuinderijen aangehaakt, die verse en vaak biologische groenten leveren aan de Voedselhub.
De begeleiding tijdens BIPF is goed, zegt Carla. ‘We hebben veel moeten presenteren en zijn kritisch bevraagd door de begeleiders. Van de interactie met de andere ondernemers hebben we ook veel geleerd. We weten nu wat ons verhaal is en hebben een heldere presentatie.’
Rol gemeente cruciaal
‘De klantgesprekken tijdens BIPF zijn ook heel belangrijk geweest. Die hebben ons geleerd dat onze dienstverlening bij een gemeente moet beginnen’, constateert Carla. ‘Als die niet achter het initiatief staat, wordt het lastig te realiseren.’
De Voedselhub in Nijmegen draait boven verwachting. ‘Dit concept willen we graag uitrollen naar andere steden en gemeenten’, meldt de projectmanager. ‘Daarover voeren we in verschillende steden gesprekken.’
‘Dankzij het programma kom je los van de dagelijkse beslommeringen en neem je de tijd om kritisch naar je eigen missie en visie te kijken.'

Voedselhub opzetten
De stichting VoedselSurplus is gestart in de Rotterdamse wijk Charlois. De aanpak blijkt te werken en is ook in andere wijken van Rotterdam ingevoerd. Later volgen projecten in gemeenten als Gouda, Utrecht, Ede, Woerden en Nijmegen. Door het succes in Rotterdam ontstaat de behoefte aan een distributiecentrum, een Voedselhub, voor de voedseloverschotten. ‘Dat wilden we strategisch goed aanpakken’, vertelt Carla Veenman, projectleider bij VoedselSurplus.
VoedselSurplus is in 2016 opgericht en werkt veelal in opdracht van gemeenten en bijvoorbeeld supermarkten. De stichting zorgt ervoor dat verse producten, zoals vlees, kip en panklare groenten, die over de houdbaarheidsdatum heen gaan, maar nog prima te eten zijn bij supermarkten worden ingevroren. Deze overschotten worden beschikbaar gesteld aan sociale eet-initiatieven, die maaltijden bereiden voor kwetsbare mensen.
Stichting VoedselSurplus zet zich in om voedselverspilling te voorkomen door overschotten van voedingsmiddelenbedrijven beschikbaar te stellen aan sociale eet-initiatieven, zoals in buurthuizen. Het Business Innovation Program Food (BIPF) heeft de stichting uit Utrecht geholpen de businesscase voor een voedseldistributiecentrum optimaal te formuleren.
tekst: Francien van Zetten
in voorkomen voedselverspilling

Business Innovation Program Food
ROM InWest zet Snoeker medio 2023 op het spoor van het Business Innovation Program Food (BIPF). Merqato heeft veel baat bij het model van constante groei dat BIPF toepast. ‘Het model helpt om geen stappen over te slaan in de verschillende groeifases van je startup. We hebben ook geleerd niet te veel in te zetten op één aspect van de bedrijfsvoering’, benadrukt Snoeker. ‘Bijvoorbeeld: haal niet te veel geld binnen in een fase waarin je dat nog niet nodig hebt of zorg voor focus op je ideale klantprofiel. Als startup moet je proberen zo consistent, zo gelijkmatig mogelijk te groeien.’
Accurate prognoses
Veel van het matchen van vraag en aanbod wordt in de groenten- en fruitbranche in excelbestanden gedaan, die handmatig worden ingevuld. ‘Het risico op fouten is dan groot’, constateert Snoeker. Merqato ontwikkelt software versterkt met kunstmatige intelligentie (AI), zoals machine learning, die nauwkeurige prognoses oplevert. De startup wil daarmee voedselverspilling voorkomen. De klanten, groothandels en coöperaties, zijn vooral gericht op kostenreductie, zo blijkt tijdens klantinterviews tijdens het BIPF. Snoeker: ‘Dat heeft te maken met de lage marges in de groenten- en fruitsector.’
Goede, kritische begeleiding
Elke groeifase van een startup kent bepaalde mijlpalen. ‘Bij de bewustwording van die groeifasen en mijlpalen heeft BIPF enorm geholpen’, constateert Snoeker. ‘Die groeifasen, daar moet je eerst doorheen om geen stappen over te slaan.’ De begeleiding door Stef Mellema van InWest tijdens het doorlopen van het programma, waardeert Snoeker. ‘Als startup zit je toch een beetje in je eigen bedrijfsbubbel. Het is goed als iemand met kennis van zaken dan kritische vragen stelt.’
Europees databedrijf
Het eerste contract met een klant wordt in mei 2024 getekend, daarna volgen klanten in Spanje, Italië en Groot-Brittannië. Jan-Willem: ‘Ons doel is hét Europese databedrijf te worden, dat een heel accuraat beeld heeft hoe in de groenten- en fruitmarkt voedselverspilling is te verminderen en kosten zijn te reduceren. Daarmee kunnen we individuele bedrijven helpen innovatiever en accurater te werken.’

‘Het model dat BIPF toepast helpt om geen stappen over te slaan in de verschillende groeifases van je start-up.’

Berg data
De drie zien kansen bij groenten- en fruitgroothandels en coöperaties. ‘Zij zitten op een berg data, die ze onvoldoende benutten voor het voorspellen van oogsten en sales’, zegt Snoeker. ‘Bij verse groenten en fruit, zoals tomaten, sperziebonen en aardbeien, is het essentieel om zes weken van tevoren te zien aankomen of er een overschot of een tekort is. Dan kun je dat via andere kanalen verkopen of extra inkopen.’
Het bedrijf Merqato in Amsterdam is opgericht door Jan-Willem Snoeker (funding & team), Claire Bénard (product) en Thomas Beelaerts (commercieel), die elkaar kennen van het start-up-programma Antler. ‘Onze vraag was: hoe kunnen we iets tegen voedselverspilling doen’, verklaart Snoeker. ‘En wat is een mogelijk businessmodel.’
De wereld beter maken door met AI versterkte software te ontwikkelen, die nauwkeurige prognoses maakt voor beperkt houdbare groenten en fruit. Hiermee verwacht Merqato voedselverspilling te verminderen. De klanten, groothandels en coöperaties, zijn vooral gericht op kostenreductie. ‘Onze ambitie is met accuratere voorspellingen voedselverspilling met 10 procent te verminderen.’
tekst: Francien van Zetten
en fruit met AI-prognose
met mosselburger


VOEDSEL
VERNIEUWERS
Meer dan 80 bedrijven hebben met succes deelgenomen aan het programma. Deelnemers zijn o.a. actief in de land- en tuinbouw, de voedsel-verwerkende industrie, data- en technologiebedrijven en (logistieke) dienstverleners.
Per regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) lees
je hier één van de succesverhalen van deelgenomen ondernemers. Laat je inspireren door de verhalen van onze voedselvernieuwers!
looop.company

Petfood en petcare
‘Aardappelsnijresten uit frietfabrieken werden voorheen vaak in veevoer verwerkt. Wij maken er nu een product van voor petfood. De rauwe aardappelresten drogen we en verwerken we tot ingrediënt voor hondenvoer. Daarvoor is een nieuwe fabriek gebouwd in Ysselsteyn, waar jaarlijks tweeduizend vrachtwagens met aardappelsnijresten worden verwerkt.’
Via BIPF is Vermeer zich ook gaan verdiepen in de petcare-markt. Met als resultaat dat Looop nu 100 procent circulaire kattenbakkorrels produceert gemaakt van onder andere graanresten, die inmiddels in meer dan 70 winkels liggen.
BIPF: sneller tot de kern komen
De trainingen tijdens het BIPF hebben Vermeer ‘op scherp gezet’, waardoor ze bij de ontwikkeling van het nieuwe product sneller tot de kern kwam. ‘Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen bij je leveranciers en afnemers om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen. Ik heb geleerd dat je zelf niet te veel aannames moet doen, maar je stakeholders moet vragen waar ze behoefte aan hebben. Zo toets je of er een levensvatbaar businessmodel in zit.’
Ook het doornemen van de verschillende productmodellen voor verschillende reststromen, heeft Vermeer veel inzichten opgeleverd. ‘Die kennis gebruik ik nu bij de ontwikkeling van nieuwe toepassingen van plantaardige reststromen.’
'Je kunt wel een idee in je hoofd hebben, maar je moet goed doorvragen om erachter te komen waar de pijn zit, om het juiste product te kunnen ontwikkelen.'

Het bedrijf Looop in Venlo verwerkt zo jaarlijks 1,5 miljard kilo rest- en afvalstromen in Noordwest Europa tot opnieuw bruikbare ingrediënten. ‘We zijn continu op zoek naar nieuwe manieren om reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie op te waarderen’, zegt Kelly Vermeer, manager Strategic Business Development bij Looop. Looop is van oudsher een transportbedrijf, sinds vijfendertig jaar houdt het zich ook bezig met de ‘verwaarding’ van reststromen afkomstig van voedingsmiddelenbedrijven. Denk aan aardappelschillen, wei afkomstig van kaasmakers en groente- en fruitreststromen, waar onder meer petfood, veevoer, insectensubstraat of biobased materialen van worden gemaakt.
Business Innovation Program Food
Looop ontwikkelt zelf producten en werkt mee aan innovatieve projecten om nieuwe technologieën voor het bewerken van reststromen te ontwikkelen. Op zoek naar nieuwe toepassingen voor organische reststromen nam Vermeer zo’n vijf jaar geleden deel aan het Business Innovation Program Food (BIPF). ‘Het is een leerzaam programma met begeleiders, die goede trainingen geven en kritische en prikkelende vragen stellen.’
Snijresten uit aardappelverwerkende bedrijven verwerkt het Limburgse bedrijf Looop tot zetmeelingrediënt, dat wordt gebruikt om hondenbrokjes te maken. ‘Bij een circulair businessmodel moet je altijd twee kanten opkijken, die van je leveranciers van de reststromen en die van de afnemers aan wie je een product levert.’
tekst: Francien van Zetten

Eigen voer ontwikkeld
Leenders ontwikkelt zelf kippenvoer, dat bestaat uit biologisch geteelde kruiden, wortels, bieten en andere groenten. De groenten zijn te klein of anders gevormd, waardoor ze worden afgekeurd voor de winkelverkoop. Dit ‘kringloopvoer’ bevat lokaal geproduceerde eiwitten en geen soja. ‘Daardoor hebben we een lagere CO2-footprint en gaan we verspilling van voedsel tegen.’
Beter Leven Keurmerk
In 2017 voldoet het kippenbedrijf al drie jaar aan de Eerste ster van het Beter Leven als Leenders denkt dat het nog duurzamer kan. Hij experimenteert met het fokken van kippen en met verschillende soorten voer. Diverse horecachefs bereiden en proeven het vlees. Na anderhalf jaar is de Oranjehoen een feit. Leenders: ‘Onze kippen leven langer, 56 dagen in plaats van 35 dagen, waardoor ze meer tijd hebben om te groeien.’ De kippenhouderij is energieneutraal en de kippen krijgen geen antibiotica.
Startende en prutsende pioniers
Leenders is blij dat hij het BIPF heeft gevolgd. ‘Zonder het BIPF waren we er ook wel gekomen, maar dit geeft meer zekerheid dat we op de goede weg zijn. De begeleiding was best streng, maar dat is goed. Met zo’n stelletje startende en prutsende pioniers, zoals ikzelf, bij elkaar is dat nodig. Anders gaan ze allemaal dingen doen die ze zelf belangrijk vinden. Nu konden we van elkaar leren.’
De aanpak van BIPF zorgt ervoor dat de innovatieve kippenhouder zijn businessplan ‘hier en daar heeft bijgeschaafd’. Hij gaat ook planmatiger te werk: ‘We hadden al een paar klanten, maar zetten nu elke twee maanden weer een stap volgens het businessplan.’
Compleet concept
Oranjehoen werkt inmiddels samen met twee boeren, die het complete concept overnemen. ‘Daar zijn we hartstikke blij mee, maar dat geeft ook extra verantwoordelijkheid. Wij produceren bijvoorbeeld het voer voor hun kippen’, zegt Leenders. ‘Door BIPF weten we dat we op de goede weg zijn. Dat geeft een steuntje in de rug.’
‘Zonder het BIPF waren we er ook wel gekomen, maar dit geeft meer zekerheid dat we op de goede weg zijn.'

Business Innovation Program Food
Het kippenvlees wordt geleverd aan horecabedrijven en via organisaties, zoals Hello Fresh, Crisp, Grutto en Zorgnatuur, aan particulieren. Het bedrijf groeit sneller dan verwacht. ‘Dat maakt je onderneming steeds serieuzer en risicovoller.’
Het Business Program Food (BIPF) komt via een Horizon Flevoland adviseur eind 2020 op een goed moment voor Leenders, die Bedrijfskunde en Agribusiness heeft gestudeerd. ‘We hadden al een aantal hordes genomen, maar het is goed opnieuw en kritisch naar je businessplan te kijken. Een sleutelstakeholder blijkt bijvoorbeeld cruciaal.’
Zo’n 35.000 Oranjehoenen scharrelen rond op het akkerbouw- en kippenbedrijf dat Johan Leenders en zijn moeder Annelien Leenders runnen. Leenders: ‘We werken zo duurzaamheid en circulair mogelijk. De kippen worden rijk gevoerd, waardoor hun vlees malser en smakelijker is. ‘Daardoor kunnen we een goede, eerlijke prijs vragen.’
tekst: Francien van Zetten
Hoe kunnen we een zo gezond en duurzaam mogelijk kippenras kweken, dat zich onderscheidt qua smaak van vlees? Johan Leenders voegt op het familiebedrijf in de Flevopolder verschillende akkerbouwproducten toe aan het kippenvoer. Bieten en wortels lusten de kippen graag, dat levert mals en licht oranjegekleurd kippenvlees op. ‘Het Business Innovation Program Food gaf ons een steuntje in de rug.’
Business Innovation Program Food
De eerste mosselburgers komen in 2022 op de markt. Van den Bosch mikt op de horeca. ‘Je ontwikkelt een product en brengt het op de markt in de hoop dat iemand het koopt. Achteraf gezien en met de kennis van het Business Innovation Program Food had ik heel wat deugdelijker marktonderzoek moeten doen. Het programma heeft me geleerd op een zakelijker manier naar de markt te kijken. Je hebt een ideologie, maar wil uiteindelijk ook geld verdienen.’
Via Impuls Zeeland neemt Van den Bosch in 2023 deel aan BIPF. Via het programma en de klantinterviews met zijn afnemers, ontdekt hij dat duurzaamheid bij de horeca nauwelijks een rol speelt. ‘Ze willen een lekker, makkelijk te bereiden en betaalbaar product. Daarom heb ik mijn mediastrategie gewijzigd: van gezond en duurzaam zetten we nu in op Lekker uit de zee.’
Seabased assortiment
Deelname aan BIPF kost veel tijd, maar dat is het dubbel en dwars waard, constateert Van den Bosch. De module Partnermanagement noemt hij waardevol, net als de praktijkgerichte ‘hands-on’ begeleiding en de uitbreiding van zijn netwerk. ‘Iedere start-up komt tijd, geld en handen tekort, dan is het fijn als je veel kennis en ervaringen kunt delen met andere start-ups.’
Om in de toekomst harder te kunnen groeien is hij op zoek naar een partner. ‘Ik heb een volwaardig seabased assortiment producten met vis, zeekraal en oesters voor de foodservice ontwikkeld.’
‘Iedere start-up komt tijd, geld en handen tekort, dan is het fijn als je veel kennis en ervaringen kunt delen met andere start-ups.’

Alternatief bedenken
Op zoek naar duurzame oplossingen, doet Van den Bosch onderzoek naar duurzame voedingsmiddelen. Hij komt uit bij vis en schaal- en schelpdieren. ‘Naast vlees en plantaardige producten heb ik seabased producten bedacht, bijvoorbeeld in de vorm van een hamburger, die makkelijk te bereiden is. Bovendien zijn mosselen duurzaam en eiwitrijk.’
De mosselburger ontwikkelt Van den Bosch samen met horecachefs en voedingstechnologen. ‘Wij gebruiken de ondermaatse mosselen, die niet geschikt zijn voor de horeca of de detailhandel, waardoor er nauwelijks CO2-uitstoot is.’
Als cultureel ondernemer draagt Rem van den Bosch jarenlang de boodschap uit dat we goed moeten zorgen voor de wereld. In zijn jonge jaren komt hij in Noord-Amerika in aanraking met de Iroquois Indianen en het Zeven Generaties Principe. ‘Dat betekent dat je als mens, bedrijf en overheid bij alle dingen die je doet, nadenkt over de gevolgen voor de zeven generaties na jou.’
tekst: Francien van Zetten
Kunstenaar en foodondernemer Rem van den Bosch uit Ellewoutsdijk in Zeeland introduceert de mosselburger als gezond en duurzaam product bij horecabedrijven. Zijn belangrijkste drijfveer is CO2-reductie. Deelname aan het Business Innovation Program Food (BIPF) zorgt ervoor dat hij zijn strategie wijzigt: ‘Beslissers in de horeca willen vooral een lekker en makkelijk te bereiden product.’
met mosselburger

RESPECTfarms.com
Biopt van koe in bioreactor
Kweekvlees komt voort uit biopten die pijnloos worden genomen van koeien. In een bioreactor worden deze cellen gekweekt tot dierlijke eiwitten en vlees. Arts en onderzoeker Willem van Eelen ziet in de jaren tachtig al de mogelijkheden van kweekvleestechnologie.
Van Eelen beredeneert dat er met de groei van de wereldbevolking en huidige manier van vleesproductie minstens vier planeten nodig zijn om plaats te bieden aan alle mensen, dieren en het verbouwen van hun voedsel.
Van RESPECTfarm naar RESPECTfarms
Het idee was om met RESPECTfarm een kweekvleesboerderij te bouwen en te laten draaien. Door gesprekken met boeren en deskundigen tijdens het BIPF komt Ralf tot het inzicht, dat het veel efficiënter is boeren te helpen met het omvormen van hun huidige bedrijf in een cultivated meat farm. ‘Vandaar dat we de naam hebben veranderd in RESPECTfarms, die ene s maakt een groot verschil.’
De structuur die BIPF biedt, helpt Becks ook om zijn bedrijf stap voor stap te ontwikkelen. ‘Als innovatie-adviseur weet ik natuurlijk wel wat van businessmodellen, maar het is goed om steeds uitgedaagd te worden door de begeleiders van BIPF. Zo’n aanpak vertaalt zich uiteindelijk in een concrete roadmap voor verdere groei van je onderneming.’
Vertrouwen in businesscase
RESPECTfarms heeft begin 2024 een haalbaarheidsstudie afgerond, waaruit blijkt dat toekomstige klanten (boeren), stakeholders en investeerders vertrouwen hebben in een technische haalbare en rendabele businesscase. ‘Ons doel is de komende vier jaar de eerste proefboerderij voor kweekvlees te realiseren. Daarover zijn we in gesprek met verschillende boeren.’
'Zo’n aanpak vertaalt zich uiteindelijk in een concrete roadmap voor verdere groei van je onderneming.’

Als innovatie-adviseur bij een boerencoöperatie komt Ralf Becks in contact met celgebaseerde technologie. Het onderwerp kweekvlees blijkt voor de boerencoöperatie te controversieel, die haakt af. Becks gaat door: ‘Het lijkt mij een goed idee, dat veel beter is voor de wereld, dan de huidige manier van vlees produceren.’
Business Innovation Program Food
De provincie Zuid-Holland stimuleert de eiwittransitie door het stimuleren van het kweken van gecultiveerde dierlijke eiwitten en op fermentatie gebaseerde eiwitten. Via InnovationQuarter start Ralf Becks in oktober 2021 met het Business Innovation Program Food (BIPF).
‘Ik zocht een community van ondernemers en wilde met meer structuur de onderneming opbouwen. Dat is gelukt, dankzij BIPF. Met name de klantvalidatie, waarbij we werden uitgenodigd veel met klanten te gaan praten heeft goed gewerkt. Dat is de beste manier om het risico uit je onderneming te halen.’
tekst: Francien van Zetten
Met minder koeien meer vlees produceren is mogelijk met kweekvleestechnologie, daarvan is Ralf Becks van RESPECTfarms overtuigd. Hij heeft een businessmodel ontwikkeld, waarbij gangbare boerderijen worden omgebouwd tot kweekvleesbedrijven. ‘Vleesproductie met een lage voetafdruk en een verdienmodel voor de boer, dat is op termijn technisch en praktisch haalbaar.’
Adviesbureau ontwikkelt product
Business developers van LIOF tippen COMPUTD over het BIPF. ‘Onze deelname in 2021 heeft ons enorm geholpen. Bijvoorbeeld bij het marktonderzoek en het bepalen van de hoogte van de licentiekosten’, vertelt Schaap. ‘We zijn van oorsprong AI- en Data Science-consultants en hebben nu het businessplan voor ons eerste product van A tot Z kunnen opbouwen en steeds beter kunnen maken.’
De verschillende modules van BIPF hebben volgens Pieter regelmatig tot verrassende inzichten geleid. ‘Uit de klantgesprekken met de bakkers bleek bijvoorbeeld dat hun drijfveer niet direct het tegengaan van voedselverspilling is, maar meer het economische aspect van de efficiëntere bedrijfsvoering. Zeker als beginnend ondernemer heb je een doel voor ogen, maar vraag je je af waar je moet beginnen. Het BIPF helpt met een heldere en grondige aanpak.’
Flinke impact
Het techbedrijf heeft het programma samen met een aantal bakkers doorontwikkeld en verwacht eind 2024 de eerste testversie te lanceren. ‘We verwachten een flinke impact te kunnen realiseren. We denken ook aan toepassingen voor andere bedrijven die met verse producten werken, bijvoorbeeld bloemisten en visboeren.’
'Zeker als beginnend ondernemer heb je een doel voor ogen, maar vraag je je af waar je moet beginnen. Het BIPF helpt met een heldere en grondige aanpak.’

BIPF: interessante ontdekkingsreis
COMPUTD gaat in 2022 aan de slag met de ontwikkeling van een AI-voorspellingsprogramma voor bakkers. Het begint met het verzamelen van alle kassagegevens. Daar worden andere data, zoals het weerbericht aan toegevoegd. ‘Onze programma’s kunnen nu, na twee jaar ontwikkelen, beter voorspellen dan de bakker. En ook nog eens en twee tot drie maanden vooruit’, verklaart Schaap. ‘Zonder deelname aan het Business Innovation Program Food hadden we dit eigen product niet ontwikkeld. Het begon met een idee, een slogan, die we stap voor stap hebben uitgewerkt tot een businessplan. Dat is een interessante ontdekkingsreis geweest.’
Dat kunstmatige intelligentie (artificial intelligence) elk bedrijf en elke bedrijfstak beter en efficiënter kan maken, daar zijn ze bij COMPUTD in Geleen van overtuigd. Het toepassen van artificial intelligence, kortweg AI, is een echte game-changer, benadrukt Pieter Schaap, managing partner bij COMPUTD. ‘Grote bedrijven zijn bezig om met AI hun werkwijze te verbeteren, maar veel kleinere bedrijven doen er niets mee. Terwijl bijvoorbeeld de bakker om de hoek op basis van AI-voorspellingen veel minder brood zou overhouden.’
COMPUTD is een jong techbedrijf gespecialiseerd in AI-consultancy. Een dienstverlener pur sang. Totdat het idee ontstaat om de daad bij het woord te voegen als vervolg op de pitch ‘zelfs de bakker om de hoek kan AI gebruiken’. Het voorkomen van voedselverspilling door een efficiëntere bedrijfsvoering is de drijfveer. ‘Zonder het Business Innovation Program Food hadden we dit eigen product niet ontwikkeld.’
tekst: Francien van Zetten
Internationaal profileren
Wafilin realiseerde dat er ook buiten Nederland kansen lagen, maar internationaliseren gaat niet vanzelf. Hoe bereik je nieuwe markten en identificeer je je klanten? Daarom nam het bedrijf in 2022 deel aan het BIPF. Dit programma hielp hen om helder te krijgen wat klanten écht willen, nog voordat ze oplossingen aanbieden. “Tijdens het BIPF hebben we geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil,” zegt Jos.
Met een concreet internationaliseringsplan richt Wafilin zich nu op Groot-Brittannië, waar grote verduurzamingskansen liggen in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie. Wafilin breidt zijn activiteiten daar verder uit, terwijl ook andere West-Europese landen in het vizier blijven.
'Tijdens het BIPF hebben we geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil.'

Volgens Jos van Dalfsen, Business Development Director bij Wafilin, was de verhuizing naar een groter pand een belangrijke stap om de groeiambities van het bedrijf te ondersteunen. "We hebben onze werkplek zo ingericht dat iedereen zich thuis voelt en we klaar zijn voor verdere groei."
Wafilin ontwikkelt membraanfiltratiesystemen voor de zuivel- en voedingsindustrie, met als doel water te hergebruiken, energie te besparen en reststromen te verwaarden. Door samenwerkingen met bedrijven als Royal AVEBE, Cosun, Royal A-ware en FrieslandCampina, heeft Wafilin zich stevig op de kaart gezet in zowel Nederland als daarbuiten.
Het Business Innovation Program Food (BIPF) hielp Wafilin zich scherper te profileren op de internationale markt. De Friese membraanfiltratiespecialist, verkozen tot Friese onderneming van het jaar 2024, plukt hier de vruchten van, vooral in Groot-Brittannië.
klanten willen

Business Innovation Program Food
De PantryFarm-tak moet het bedrijf stabieler maken, benadrukt Lagerweij. Via Oost NL krijgt de startende ondernemer begin dit jaar de mogelijkheid deel te nemen aan BIPF. De verschillende modules waaruit het programma is opgebouwd geven Lagerweij houvast en leveren veel inzichten op. ‘Ik was zoekende naar een manier om een professionele slag te maken. Je hebt een bepaald idee en ambitie, maar je hebt nog nooit van scratch af een bedrijf opgezet.’
Op een gegeven moment had Lagerweij het idee dat Pantry groter werd dan hijzelf: ‘Ik dacht: hoe ga ik dit managen. Door het model van consistente groei, weet ik nu hoe ik het bedrijf organisch en duurzaam in balans kan laten groeien.’
Zelfverzekerder ondernemer
Als creatieve enthousiasteling wil Lagerweij te veel dingen tegelijk doen. ‘Ik weet nu waar ik op moet focussen. Zo omzeil ik mijn eigen valkuilen. We waren al ver met de ontwikkeling van ons product, toen de vraag kwam om er een regionale keten van te maken. Daar schoot ik van in de stress. Dan moet je je ook meer met organisatie en financiën bezig gaan houden. Waar moet je dan als eerste aandacht aan besteden?’
De jonge ondernemer is vol lof over de begeleiders van BIPF: ‘Ze zijn to the point, je wordt kritisch bevraagd en er is genoeg ruimte om met de andere deelnemers te sparren. Ik ben nu een zelfverzekerder ondernemer met een duidelijke stip op de horizon.’
‘Ze zijn to the point, je wordt kritisch bevraagd en er is genoeg ruimte om met de andere deelnemers te sparren.'

Eerste Pantry
De eerste Pantry wordt in oktober 2021 in Wilp geopend. Het is een tiny shop van 3 bij 7 meter. Boeren en andere lokale producenten zetten hun producten in de winkel. Klanten kunnen via de Pantry App het assortiment bekijken, krijgen ermee toegang tot de winkel en betalen er ook hun boodschappen mee. De buurtwinkel gaat van start met zes leveranciers, medio 2024 zijn er zo’n dertig bedrijven, die producten leveren in een straal van 10 kilometer rond het dorp.
Nieuwe vraag: PantryFarm
Door het succes van de onbemande buurtwinkel komt Lagerweij in contact met een boer, die hem vraagt het pantry.nl-concept uit te werken voor zijn boerderijwinkel. Deze winkel is alleen op zaterdag vier uur geopend door tijdgebrek. ‘De PantryFarm is nu in een hybride vorm geopend. Naast de bemande vier uur, is de winkel ook zeven dagen per week van acht uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds geopend’, meldt Lagerweij enthousiast. ‘De omzet is in de eerste maand significant gestegen, zonder marketing.’
Productontwerper Lukas Lagerweij baalt van het vertrek van op één na alle middenstanders uit zijn woonplaats Wilp. Hij gaat in 2019 aan de slag met het idee voor een kleinschalige, onbemande buurtwinkel. Het doel: lokaal geproduceerd voedsel voor een grotere groep mensen toegankelijk maken.
Voor Lukas Lagerweij komt het Business Innovation Program Food (BIPF) begin 2024 precies op tijd: hij wil zijn jonge bedrijf Pantry.nl professionaliseren. De eerste kleine, onbemande winkel met streekproducten in zijn woonplaats Wilp draait goed, nu vraagt een agrariër dat bedrijfsplan uit te werken voor een onbemande winkel bij zijn boerderij. ‘Als creatieveling ga ik alle kanten op, dankzij BIPF weet ik waar ik de focus op moet leggen.’
tekst: Francien van Zetten

Business Innovation Program Food
Via ROM Utrecht Region neemt Carla deel aan het Business Innovation Program Food (BIPF). De gemeente Rotterdam vraagt om een businessplan voor de Voedselhub. ‘Dankzij het programma kom je los van de dagelijkse beslommeringen en neem je de tijd om kritisch naar je eigen missie en visie te kijken. Dat heeft tot heel veel nieuwe inzichten geleid. Vooral door goed te kijken naar wat het doel is van onze stichting en wie onze klant is. Daarbij kwamen we bij de gemeente uit, daar moeten we beginnen. Dat heeft geholpen om onze businesscase optimaal te formuleren.’
Duurzaamheid en armoedebeleid
‘Mensen met een kleine portemonnee of een beperking zijn vaak niet in staat een gezonde maaltijd te maken. Ze hebben meestal ook weinig sociale contacten. Samen eten helpt om deze mensen uit hun isolement te halen’, zegt Carla. ‘Met onze activiteiten helpen we gemeenten met het bevorderen van duurzaamheid en het invulling geven aan hun armoedebeleid.’
VoedselSurplus inventariseert welke bedrijven in een gemeente overschotten hebben en welke sociale horeca hier behoefte aan heeft. ‘Er was veel aanbod en een sociaal eet-initiatief koppelen aan één supermarkt bleek in de praktijk best een kwetsbare constructie. Vandaar dat we een distributiecentrum nodig hebben.’
Kritisch bevraagd
Zo’n Voedselhub opzetten is een nieuwe stap voor VoedselSurplus. ‘Ook andere steden hebben er behoefte aan, zoals Nijmegen. Daar zijn naast supermarkten ook stadstuinderijen aangehaakt, die verse en vaak biologische groenten leveren aan de Voedselhub.
De begeleiding tijdens BIPF is goed, zegt Carla. ‘We hebben veel moeten presenteren en zijn kritisch bevraagd door de begeleiders. Van de interactie met de andere ondernemers hebben we ook veel geleerd. We weten nu wat ons verhaal is en hebben een heldere presentatie.’
Rol gemeente cruciaal
‘De klantgesprekken tijdens BIPF zijn ook heel belangrijk geweest. Die hebben ons geleerd dat onze dienstverlening bij een gemeente moet beginnen’, constateert Carla. ‘Als die niet achter het initiatief staat, wordt het lastig te realiseren.’
De Voedselhub in Nijmegen draait boven verwachting. ‘Dit concept willen we graag uitrollen naar andere steden en gemeenten’, meldt de projectmanager. ‘Daarover voeren we in verschillende steden gesprekken.’
‘Dankzij het programma kom je los van
de dagelijkse beslommeringen en neem je de tijd om kritisch naar je eigen missie en visie te kijken.'

Voedselhub opzetten
De stichting VoedselSurplus is gestart in de Rotterdamse wijk Charlois. De aanpak blijkt te werken en is ook in andere wijken van Rotterdam ingevoerd. Later volgen projecten in gemeenten als Gouda, Utrecht, Ede, Woerden en Nijmegen. Door het succes in Rotterdam ontstaat de behoefte aan een distributiecentrum, een Voedselhub, voor de voedseloverschotten. ‘Dat wilden we strategisch goed aanpakken’, vertelt Carla Veenman, projectleider bij VoedselSurplus.
VoedselSurplus is in 2016 opgericht en werkt veelal in opdracht van gemeenten en bijvoorbeeld supermarkten. De stichting zorgt ervoor dat verse producten, zoals vlees, kip en panklare groenten, die over de houdbaarheidsdatum heen gaan, maar nog prima te eten zijn bij supermarkten worden ingevroren. Deze overschotten worden beschikbaar gesteld aan sociale eet-initiatieven, die maaltijden bereiden voor kwetsbare mensen.
Stichting VoedselSurplus zet zich in om voedselverspilling te voorkomen door overschotten van voedingsmiddelenbedrijven beschikbaar te stellen aan sociale eet-initiatieven, zoals in buurthuizen. Het Business Innovation Program Food (BIPF) heeft de stichting uit Utrecht geholpen de businesscase voor een voedseldistributiecentrum optimaal te formuleren.
tekst: Francien van Zetten
in voorkomen voedselverspilling
Business Innovation Program Food
ROM InWest zet Snoeker medio 2023 op het spoor van het Business Innovation Program Food (BIPF). Merqato heeft veel baat bij het model van constante groei dat BIPF toepast. ‘Het model helpt om geen stappen over te slaan in de verschillende groeifases van je startup. We hebben ook geleerd niet te veel in te zetten op één aspect van de bedrijfsvoering’, benadrukt Snoeker. ‘Bijvoorbeeld: haal niet te veel geld binnen in een fase waarin je dat nog niet nodig hebt of zorg voor focus op je ideale klantprofiel. Als startup moet je proberen zo consistent, zo gelijkmatig mogelijk te groeien.’
Accurate prognoses
Veel van het matchen van vraag en aanbod wordt in de groenten- en fruitbranche in excelbestanden gedaan, die handmatig worden ingevuld. ‘Het risico op fouten is dan groot’, constateert Snoeker. Merqato ontwikkelt software versterkt met kunstmatige intelligentie (AI), zoals machine learning, die nauwkeurige prognoses oplevert. De startup wil daarmee voedselverspilling voorkomen. De klanten, groothandels en coöperaties, zijn vooral gericht op kostenreductie, zo blijkt tijdens klantinterviews tijdens het BIPF. Snoeker: ‘Dat heeft te maken met de lage marges in de groenten- en fruitsector.’
Goede, kritische begeleiding
Elke groeifase van een startup kent bepaalde mijlpalen. ‘Bij de bewustwording van die groeifasen en mijlpalen heeft BIPF enorm geholpen’, constateert Snoeker. ‘Die groeifasen, daar moet je eerst doorheen om geen stappen over te slaan.’ De begeleiding door Stef Mellema van InWest tijdens het doorlopen van het programma, waardeert Snoeker. ‘Als startup zit je toch een beetje in je eigen bedrijfsbubbel. Het is goed als iemand met kennis van zaken dan kritische vragen stelt.’
Europees databedrijf
Het eerste contract met een klant wordt in mei 2024 getekend, daarna volgen klanten in Spanje, Italië en Groot-Brittannië. Jan-Willem: ‘Ons doel is hét Europese databedrijf te worden, dat een heel accuraat beeld heeft hoe in de groenten- en fruitmarkt voedselverspilling is te verminderen en kosten zijn te reduceren. Daarmee kunnen we individuele bedrijven helpen innovatiever en accurater te werken.’

‘Het model dat BIPF toepast helpt om geen stappen over te slaan in de verschillende groeifases van je start-up.’

Berg data
De drie zien kansen bij groenten- en fruitgroothandels en coöperaties. ‘Zij zitten op een berg data, die ze onvoldoende benutten voor het voorspellen van oogsten en sales’, zegt Snoeker. ‘Bij verse groenten en fruit, zoals tomaten, sperziebonen en aardbeien, is het essentieel om zes weken van tevoren te zien aankomen of er een overschot of een tekort is. Dan kun je dat via andere kanalen verkopen of extra inkopen.’
Het bedrijf Merqato in Amsterdam is opgericht door Jan-Willem Snoeker (funding & team), Claire Bénard (product) en Thomas Beelaerts (commercieel), die elkaar kennen van het start-up-programma Antler. ‘Onze vraag was: hoe kunnen we iets tegen voedselverspilling doen’, verklaart Snoeker. ‘En wat is een mogelijk businessmodel.’
De wereld beter maken door met AI versterkte software te ontwikkelen, die nauwkeurige prognoses maakt voor beperkt houdbare groenten en fruit. Hiermee verwacht Merqato voedselverspilling te verminderen. De klanten, groothandels en coöperaties, zijn vooral gericht op kostenreductie. ‘Onze ambitie is met accuratere voorspellingen voedselverspilling met 10 procent te verminderen.’
tekst: Francien van Zetten
verse groentenen fruit met AI-prognose